De wapenbroeder van Mugabe (2) (De Groene Amsterdammer, 26 juni 2004)

Openbaar ministerie onderzoekt John Bredenkamp

Na onthullingen in dit blad onderzoekt het openbaar ministerie of John Bredenkamp, steunpilaar en wapenleverancier van het Zimbabwaanse regime van Robert Mugabe, in Nederland is te vervolgen.

DOOR Peter Vermaas

Hij werd geboren in Zuid-Afrika, groeide op in Rhodesië en woont tegenwoordig afwisselend in Engeland, Spanje en Zimbabwe. Maar wapenhandelaar John Arnold Bredenkamp, vertrouweling van het dictatoriale regime in Zimbabwe, beschikt sinds 10 april 1970 over de Nederlandse nationaliteit. Dat hebben de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie vorige week in antwoord op kamervragen van PvdA-parlementariër Bert Koenders bevestigd.

Koenders stelde zijn vragen na publicatie van het artikel De Nederlandse wapenbroeder van Mugabe in De Groene Amsterdammer (7 februari 2004). Daarin werd voor het eerst van Bredenkamps Nederlanderschap melding gemaakt. Met succes vroeg Bredenkamp het Nederlands staatsburgerschap aan toen hij van 1968 tot begin jaren zeventig als tabaksinkoper in dienst was bij de Koninklijke Theodorus Niemeyer in Groningen.

Een Verenigde Naties-panel dat in 2002 onderzoek deed naar de plundering van grondstoffen in de Democratische Republiek Congo (DRC) beschuldigde Bredenkamp ervan de samenwerkende Congolese en Zimbabwaanse troepen in dat land van wapens te hebben voorzien in ruil voor mijnconcessies. Bredenkamp zou volgens Britse en Zimbabwaanse bronnen tijdens de Congo-oorlog «de grootste particuliere wapenleverancier» zijn geweest. Bij die oorlog kwamen tussen 1998 en 2003 ruim drie miljoen mensen om het leven.

In de jaren tachtig raakte Bredenkamp ook al in opspraak. Dochterondernemingen van zijn tabaksfirma Casalee zouden wapens hebben geleverd aan zowel Irak als Iran tijdens de oorlog tussen die twee landen. De Arabische Liga veroordeelde de rol van Bredenkamp in 1984, maar omdat volgens bronnen binnen Casalee de inlichtingendiensten CIA en MI5 bij een deel van de leveranties betrokken waren, is de onderste steen nooit boven gekomen.

Kamerlid Koenders wilde weten of tegen een Nederlands staatsburger die het sanctie regime tegen Zimbabwe schendt maatregelen zijn te nemen. «De werking van de Sanctiewet 1977 is niet beperkt tot het Nederlandse grondgebied maar strekt zich mede uit tot overtredingen die door Nederlanders buiten Nederland worden begaan», antwoordden de ministers Bot en Donner, mede namens de minister van Economische Zaken Brinkhorst. Maar, vervolgden zij: «Daarbij wordt opgemerkt dat vervolging van buiten Nederland verblijvende personen om praktische redenen niet eenvoudig is.»

Uit antwoorden op vervolgvragen van Koenders, die vorige week naar de Kamer zijn gestuurd, blijkt niettemin dat «medio februari» het openbaar ministerie begonnen is met «oriënterend onderzoek» naar de mogelijke schending van de Sanctiewet door Bredenkamp. Het landelijk parket in Rotterdam, waar de zaak wordt onderzocht, kan hierover «in het belang van het onderzoek» echter geen nadere mededelingen doen.

Wegens zijn nauwe zakelijke betrokkenheid bij het Zimbabwaanse regime is Bredenkamp persona non grata in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. De reis- en handelsrestricties van de Europese Unie beperken zich tot Zimbabwanen die direct deel uitmaken van het regime. In februari werd die lijst met kopstukken van Zanu-PF, de Zimbabwaanse regeringspartij, uitgebreid van 79 naar 95 personen. Verscheidene aansporingen van de Zimbabwaanse oppositie om het Europese sanctieregime uit te breiden tot «economische steunpilaren» als Bredenkamp zijn in Brussel gestrand. De minister van Buitenlandse Zaken wil de lijst pas opnieuw beoordelen na de Zimbabwaanse parlementsverkiezingen van 2005. «Mochten die niet voldoen aan de democratische standaar den, dan zal Nederland binnen de EU pleiten voor uitbreiding van het sanctieregime.»

Het Britse Lagerhuis, dat Bredenkamps betrokkenheid bij het Zimbabwaanse regime van president Robert Mugabe in 2002 aanhangig maakte, liep vast op zijn nationaliteit. Bredenkamp woont weliswaar het grootste deel van zijn tijd in Engeland, maar bleek na onderzoek van de ministers Hoon en Straw van Defensie en Buitenlandse Zaken geen Brits paspoort te hebben. The Sunday Times moest om die reden Bredenkamp, voormalig captain van het Rhodesische nationale rugbyteam en de Rugbyclub Groningen, van de jaarlijkse ranglijst met rijkste Britten afvoeren. Met ruim een miljard euro persoonlijk vermogen wordt Bredenkamp volgend jaar een van de hoogste binnenkomers op de vergelijkbare Nederlandse Quote 500.

© Peter Vermaas / De Groene Amsterdammer


About this entry